Wegwijzer

Snippers - Integrale Yoga - Kiezen voor het Goddelijke

Leestijd: 11 min

De snippers staan in de juiste volgorde zodat je een mooi (maar beperkt) overzicht krijgt van het spiekbriefje of het boek.


Zij las een Franse tekst uit haar eigen werk of uit vertalingen van Sri Aurobindo's werk en zowel de kinderen als hun leraren stelden vragen. Daarna begonnen de volwassenen ook langzamerhand de lessen bij te wonen en gingen vragen stellen. Zo zijn deze gesprekken ontstaan, die in de omgang 'Moeders lessen' werden genoemd. De gestelde vragen zijn dus van allerlei aard en niveau.

Je wéét het niet, je voelt het. En om het te voelen, moet je zo intens en zo oprecht willen dat iedere belemmering verdwijnt. Zolang je een voorkeur, een begeerte, een aantrekking en een affiniteit in je hebt, versluieren die de Waarheid.

Je moet ze niet hebben! Wanneer het mentale stil wordt, wanneer het ophoudt te oordelen en zich met zijn zogenaamde kennis op de voorgrond te dringen, kun je beginnen het probleem van het leven op te lossen. Je moet je onthouden van oordelen, want het mentale is alleen maar een instrument tot handelen, geen instrument van ware kennis — de ware kennis komt ergens anders vandaan.

note: Ook Laurency beweert dat het mentale bewustzijn niet tot ware kennis kan leiden. Dit is pas mogelijke met het causale bewustzijn.

De grote wanorde in de wereld zou voor het grootste gedeelte geneutraliseerd worden als het mentale kon toegeven dat het niet weet.

Het betekent dat je alle verspreide draden van je bewustzijn terugvoert tot één enkel punt, één enkel idee. Mensen die volmaakt aandachtig kunnen zijn, slagen in alles wat ze ondernemen.

En zo'n concentratie ontwikkelt zich net als de spieren.

Wil en concentratie moet je aankweken; het is een kwestie van methode, van regelmatig oefenen. Als je wilt, kun je. Maar je moet je wil niet laten verzwakken door de gedachte: 'Waar is het goed voor?' Het idee dat je met een bepaald karakter bent geboren en dat je daar niets aan kunt veranderen, is stompzinnig.


In werkelijkheid zijn de bewegingen van de Natuur net als die van het getij: opkomen, wegebben, opkomen, wegebben; dat betekent in het universele leven en zelfs in het aardse leven een geleidelijke vooruitgang, hoewel ogenschijnlijk telkens onderbroken door achteruitgang. Maar dit wegebben is alleen maar schijn, zoals wanneer je achteruit loopt om de aanloop voor een sprong te nemen. Je lijkt achteruit te gaan, maar dat is gewoon om verder te kunnen springen.

Toch merk je, als je alles grondig genoeg bekijkt, dat er vooruitgang is, dat alles steeds beter gaat, hoewel het er niet naar uitziet. En een wat hoger ontwikkelde geest ziet heel duidelijk dat alle kwaad — nu ja, wat wij kwaad noemen — dat alle leugen, alles wat in strijd is met de Waarheid, alle lijden, alle tegenstand, het gevolg is van een verstoord evenwicht.

Je moet je duidelijk rekenschap geven van de oorsprong van wat je bewustzijn beweegt, omdat je wezen tegenstrijdige aanvechtingen heeft — sommige trekken je hierheen, andere daarheen en dat schept vanzelfsprekend een chaos in het leven. Als je jezelf observeert, zul je zien dat, zodra je iets doet waarvoor je je een beetje schaamt, het mentale je onmiddellijk een gunstige reden geeft om je te rechtvaardigen. Dat mentale is in staat om alles te vergulden. Onder zulke omstandigheden is het moeilijk om jezelf te kennen. Je moet absoluut oprecht zijn wil je daarin slagen en alle leugentjes van het mentale wezen zien.

Een oude wijze heeft het gezegd: 'Er is geen kwaad. Er zijn alleen maar dingen die niet op hun plaats zijn.'

Het is heel noodzakelijk om ieder ding vanuit zoveel mogelijk gezichtspunten te zien. Daar is een oefening voor die het denken heel soepel en hoogstaande maakt, ze bestaat hierin:

Je poneert een duidelijk geformuleerde these, daarna formuleer je met dezelfde nauwkeurigheid haar antithese. Vervolgens moet je door een zorgvuldig nadenken het probleem verruimen of je erboven verheffèn totdat je de synthese hebt gevonden die de twee tegengestelden verenigt in een ruimer, hoger en meer omvattend idee.

Er is iets dat voor het mentale heel moeilijk is, maar mijns inziens heel belangrijk: je moet je mentale nooit toestaan mensen en dingen te beoordelen.

Het mentale vormt entiteiten die een min of meer onafhankelijk leven hebben en proberen om zich te manifesteren. Ik heb het hier nu niet over de gedachte, maar over de begeerte. Begeerte behoort tot het vitale domein, maar in het centrum van de begeerte is er altijd een gedachte en de begeerte wordt werkzamer en dynamischer naarmate zij dit vermogen tot mentale formatie en het vermogen tot vitale realisatie heeft, Het vitale is het centrum van de dynamiek, van de actieve energie van het wezen, en de twee samen scheppen iets dat heel sterk is en een aanzienlijke neiging heeft om zich te verwezenlijken.

note: weer een gelijkenis waar ook Laurency zegt dat het mentale vormen maakt en onder invloed staat van het emotionele of omgekeerd.

Heb je er nooit aan gedacht dat je oordeel over wat 'goed' en 'slecht' is een zuiver menselijk oordeel is en dat het niet noodzakelijkerwijze hoeft overeen te komen met het oordeel van de goddelijke Tegenwoordigheid in je?

Heel weinig mensen weten dat er in het universum een oneindig aantal gradaties bestaat, dat elk van deze gradaties haar eigen werkelijkheid heeft, haar eigen leven, haar eigen wet, haar eigen determinisme, en dat de schepping niet 'zomaar' heeft plaatsgevonden, door een willekeurige wil, op een willekeurige manier, maar dat zij een ontplooiing van bewustzijn is en dat alles zich heeft ontwikkeld als een logisch gevolg van wat eraan voorafging.

Die is dat elk van die talloze regionen een eigen en heel logisch determinisme heeft — alles voltrekt zich volgens oorzaak en gevolg —, maar dat al die werelden, hoewel gedifferentieerd, niet van elkaar gescheiden zijn en dat de innerlijke of hogere werelden, door talrijke processen die we kunnen bestuderen, voortdurend in verbinding staan met de lagere of uiterlijke werelden en erop inwerken, en wel zodanig dat het determinisme van de ene wereld het determinisme van de andere verandert.

Je vraagt: 'Waarom is het Goddelijke nog niet verschenen? '... Omdat jullie er niet aan toe zijn. Als een druppeltje ervan je al doet zingen, dansen en schreeuwen, wat zou er dan gebeuren als het helemaal neerdaalde? Daarom zeggen we tegen degenen die geen voldoende stevige en ruime basis in hun lichaam, hun vitale en hun mentale hebben: 'Trek niet', dat wil zeggen: 'Probeer niet om de krachten van het Goddelijke met geweld naar beneden te trekken, maar wacht in rust en vrede af.

Ja. Het belangrijkste teken is een volmaakte gelijkmoedigheid onder alle omstandigheden. Dat is de absoluut onontbeerlijke basis; iets dat heel rustig, kalm en vredig is, dat het gevoel van een grote kracht geeft. Niet de rust van de inertie, maar de gewaarwording van een geconcentreerde macht waardoor je altijd gelijkmoedig blijft, wat er ook gebeurt, zelfs onder omstandigheden die je de verschrikkelijkste van je leven kunnen lijken. Dat is het eerste teken.

Wanneer je van streek bent, dan betekent dat dat je nog veel werk aan je mentale moet doen voordat het gereed is; het betekent dat er ergens een zwakheid schuilt. Bij sommigen ligt die zwakheid in het mentale.


Zeg nooit: 'Die doet dat niet, die doet wat anders en die doet wat hij niet zou moeten doen', dat gaat jou niet aan. Je bent op de aarde gezet in een fysiek lichaam met een heel nauwkeurig doel en dat is: dit lichaam zo bewust mogelijk te laten worden en er het zo volmaakt en bewust mogelijke instrument van het Goddelijke van te maken.

Ieder heeft het leven dat voor zijn algehele ontwikkeling precies geschikt is, ieder heeft de ervaringen die voor zijn algehele ontwikkeling precies geschikt zijn en ieder heeft de moeilijkheden die voor zijn algehele verwezenlijking precies geschikt zijn.

Voor alles wat je doet — studeren, plezier maken, werken — is er maar één oplossing: je concentratievermogen doen toenemen.

Je vitale onderdrukken is geen oplossing. Het zijn gang laten gaan is ook geen oplossing en brengt over het algemeen nogal ernstige wanordelijkheden met zich mee. Er moet een derde oplossing zijn.

Je moet meer en meer bewust worden. Je moet observeren door welk procédé iets gebeurt, langs welke weg het gevaar nadert en het de weg versperren voordat het zijn doel kan bereiken.

Je zult zien dat, als je op je mentale vertrouwt, het altijd heen en weer zal slingeren, het weifelt de hele tijd.

Dus, eerst moet je precies weten wat je wilt doen — niet mentaal weten, maar door concentratie, door aspiratie en door een heel bewuste wil. Dat is het belangrijke punt.

Daarna moet je geleidelijk door observatie, door een aanhoudende waakzaamheid een soort methode verwezenlijken die jouw persoonlijke methode zal zijn. Het is nutteloos te proberen anderen ervan te overtuigen dezelfde methode te gaan volgen als die van jou, want dat zal niet lukken. Ieder moet zijn eigen methode vinden, ieder moet zijn eigen methode hebben, en naarmate je je methode in praktijk zult brengen, zal ze duidelijker en nauwkeuriger worden. Je kunt een punt corrigeren, een ander nader omschrijven, enzovoort.

Het belangrijkste punt is dus (wat iedereen weet, maar weinigen doen) in praktijk te brengen wat je weet. Daarmee heb je een grote kans op succes, en met volharding zul je zeker slagen.

Probeer hen te laten begrijpen zoals je dat met een kind doet dat iets niet begrijpt, door allerlei middelen: beelden, verklaringen, symbolen. Laat hen de noodzaak inzien van de vereniging, van de harmonie met de andere delen van het wezen; breng hen tot rede, probeer hen bewust te maken van hun daden en van de gevolgen daarvan. Wees vooral heel geduldig, word nooit moe dezelfde dingen te herhalen.


Nee, dat is een verschijnsel dat uitsluitend op aarde voorkomt. Maar niets verhindert je te denken dat de psychische wezens naar andere werelden kunnen gaan als ze daar zin in hebben. Er is geen enkele reden om te denken dat je geen psychische wezens zou kunnen ontmoeten als je naar een andere planeet zou gaan, dat is niet onmogelijk; maar dat zouden psychische wezens zijn die op de aarde waren gevormd.


Je moet je wapenen met een eindeloos uithoudingsvermogen en een eindeloos geduld. Je doet iets één keer, tien keer, honderd keer, duizend keer als het nodig is, maar je doet het totdat het gelukt is. En niet alleen maar hier en daar, maar overal en overal tegelijkertijd. Dat is de grote opgave die je je stelt.

Je wordt geboren met een modderpoel om op te ruimen voordat je het leven begint.

Om je karakter te veranderen, moet je iets doen dat erg moeilijk is, omdat je niet jouw karakter moet veranderen, maar dat van je voorouders. In hen zal je het niet kunnen veranderen, want ze zijn niet van plan om te veranderen, maar je moet hen in jou veranderen.

Wat wij de materiële wereld noemen, is er tegelijkertijd gekomen met de duisternis en de onwetendheid, ze zijn nauw verbonden, maar er is geen oorzaak en gevolg in de zin van een volgorde in de tijd. Ze zijn onderling verbonden, beide dingen zijn het onderling verbonden resultaat van een andere oorzaak: dat wat de duisternis en onwetendheid heeft voortgebracht, heeft ook en tegelijkertijd de materiële wereld voortgebracht zoals wij die kennen.

Zolang je in het ego leeft, is deze begoocheling dus nodig om je te doen handelen; het is een noodzakelijkheid om het handelen in stand te houden totdat je volledig getransformeerd bent, of in ieder geval totdat het ware bewustzijn is gevestigd.

Het is de waarheid voor jou, het is niet noodzakelijk de waarheid voor je buurman. En wat je buurman denkt, is voor hém de waarheid, ook al zeg je: 'Dat is idioot, dat slaat nergens op'; als dat hem de waarheid helpt verwezenlijken, dan is dat uitstekend, het is voor hem het best mogelijke. En alles, alles wat op aarde is, is zo. En als je niet bekrompen wilt zijn en met oogkleppen voor wilt lopen en niet verder kijken dan je neus lang is, moet je dat eerst begrijpen. Je moet begrijpen dat de dingen in het universum naar een doel leiden, dat ze een waarde hebben voor zover ze helpen om dat doel te verwezenlijken, dat het een heel betrekkelijke waarde is en dat wat goed is voor de één, niet goed hoeft te zijn voor de ander, dat wat het ene ogenblik goed is het andere ogenblik niet meer goed hoeft te zijn en dat bijgevolg alle dogmatiek onzin is.

Fysiek zijn we om te leven jammer genoeg afhankelijk van voedsel, want met het voedsel nemen we dagelijks een aanzienlijke hoeveelheid onbewustheid, tamas, loomheid, stompzinnigheid in.

Vitaal is het net zo. Je leeft in de vitale wereld met alle vitale krachtenstromingen die bij je binnenkomen en door je heen gaan, die samenkomen en elkaar tegenspreken, die met elkaar botsen en zich in je bewustzijn met elkaar vermengen; en zelfs als je je hebt ingespannen om je vitale bewustzijn te zuiveren, om het begeertewezen en het kleine menselijke ego erin meester te worden, ben je voortdurend als het ware gedwongen om alle tegenstrijdige vibraties te absorberen die komen van de mensen met wie je leeft. Je kunt je niet opsluiten in een ivoren toren. Vitaal is het nog moeilijker dan fysiek, je absorbeert van alles.

Mentaal is het nog erger. Het menselijke mentale is een marktplein, open aan alle kanten, en op dat marktplein komen er van alle kanten allerlei dingen, ze komen en gaan, en kruisen elkaar; en sommige installeren zich daar en dat zijn niet altijd de beste. Die menigte onder controle te houden, is de moeilijkste controle die er is.

Je hebt een onuitputtelijk geduld nodig. Al wordt het werk honderd keer ongedaan gemaakt, je doet het honderd en één keer over; al wordt het duizend keer ongedaan gemaakt, je doet het duizend en één keer over, totdat het tenslotte niet meer ongedaan zal worden gemaakt.

Als je iets goed wilt doen, wat dan ook, het een of ander werk, het doet er niet toe wat, een spel spelen, een boek schrijven, schilderen of muziek maken of een wedstrijd lopen, onverschillig wat — als je het goed wilt doen, dan moet je worden wat je doet en niet een persoontje blijven dat zichzelf bezig ziet, want als je jezelf ziet, dan ben je... dan span je nog steeds samen met het ego. Het is een grote vooruitgang als je kunt worden wat je doet. Je moet dat tot in de kleinste bijzonderheden leren.

Onder alle omstandigheden is er diep in elk wezen juist die kleine (je kunt niet zeggen dat het een stem is, want het maakt geen geluid) die kleine vingerwijzing door de goddelijke Genade en soms moet je, om daaraan te gehoorzamen, je geweldig inspannen omdat de rest van je wezen zich er heftig tegen verzet, het ene deel in de overtuiging dat wat het denkt de waarheid is en het andere met al het vermogen, al de macht van zijn begeerte. Maar vertel me niet dat je het niet kunt weten, want dat is niet waar. Je kunt het weten. Maar je doet niet altijd wat je moet doen en soms vind je, ook al weet je wat je moet doen, een uitvlucht om het niet te doen.


Lees het volledige spiekbriefje hier

Lees het volledige boek hier